Zelfportret als Paard
Toen ik nog een paard was in een weiland
ik moet hebben gewoond in zijn lichaam
in zijn ogen hebben gezien wat hij zag
dat het leven nooit zou beginnen noch
ooit zou ophouden noch zich herhalen
ik moet zijn lichaam hebben verlaten en
mijn herinneringen moeten zijn achtergebleven
U staat bij het hek van een weiland
aan de andere kant staat een paard
kijk het aan – het zal U aankijken
RUTGER KOPLAND